Een van de meest gebruikte apparaten is de PIR voor binnen in de woning. Daarom gebruiken we deze als voorbeeld om aan te geven welke settings er allemaal gekozen kunnen worden.
De PIR hebben wij als tweede apparaat gekoppeld aan de Hub en hierdoor heeft deze automatisch de naam Draadloze zone 2 meegekregen. De PIRCAM was ons eerste apparaat en deze heet in ons voorbeeld Draadloze zone 1. Uiteraard zijn de benamingen van de detectors in de settings van de detector aan te passen naar elke willekeurige naam. logischer is het dus om hier namen zoals Woonkamer of Keuken / Slaapkamer van te maken.
In de settings zie je de volgende opties:

Zonenummer:
2, omdat we deze detector als tweede hebben aangemeld.
Gekoppeld gebied:
Hier stel je in bij welke zone oftewel gebieden deze detector moet werken. Je kunt hier ook meerdere gebieden selecteren zodat je nog flexibeler bent in wanneer welke detector zijn werk moet doen.
Soort zone:
Directe zone, of vertragingszone of 24-uur zone of uitgeschakeld. Direct spreekt voor zich, bij detectie zal direct een alarm volgen. Bij vertragingszone kun je instellen de inloop vertragingstijd, de uitloop vertragingstijd, en de inschakel vertragingstijd. Een 24 uur zone houdt in dat altijd bij detectie een alarm volgt, ook als het gehele systeem staat uitgeschakeld.
Omzeiling aanwezigheid activeren:
Dit activeer je zelf naar wens.
Overbruggen niet toestaan bij inschakelen:
Dit activeer je zelf naar wens. Indien ingeschakeld kan deze detector niet overbrugd worden. Schakel je het systeem in, dan doet deze detector altijd mee.
Geluid:
Indien je dit inschakelt kun je kiezen of het sirene geluid een enkele toon of een aanhoudende toon produceert.
Stil alarm:
De naam zegt het al, de sirene zal niet klinken als deze detector iets waarneemt, alleen een melding op je telefoon verschijnt. Alle aangesloten sirenes blijven stil.
Sirene vertragingstijd:
Hier stel je in na hoeveel seconde de sirene moet klinken nadat een deze detector iets heeft waargenomen. Standaard staat dit op 0 seconden, zodat direct de sirene zal klinken.
Double Knock:
Hier stel je in dat de detector alleen een alarmmelding verzend indien twee detecties binnen het ingestelde aantal seconden worden gedetecteerd. Stel je wilt om wat voor reden dan ook dat er alleen een sirene klinkt als de detector twee keer iets heeft waargenomen binnen bijvoorbeeld 30 seconden, dan stel je hier het aantal seconden in op 30.
Kruiszone:
Genereert alleen een alarm als deze detector tezamen met een andere detector binnen een aantal seconden iets waarneemt.
Koppeling camera:
De Hub Medium kan beelden van 4 camera’s lokaal opslaan. Als de detector een beweging waarneemt kun je hier vermelden welk beeld van welke camera dat je wilt zien ten tijde van de detectie. Heb je bijvoorbeeld een bewegingsdetector in de hal bij de voordeur hangen, en een camera buiten gericht op de voordeur, dan kan het hele nuttige informatie zijn als deze detector beweging waarneemt om de beelden direct voorafgaand aan het alarm van de voordeur te kunnen bekijken. Hier koppel je dus de camera aan een bepaalde detector.
Gevoeligheid:
Hoog, automatisch of huisdier. Standaard is automatisch gekozen. Heb je huisdieren tot 30 kilogram, dan stel je de detector hier in op huisdier. Mocht je om wat voor reden dan ook een hogere gevoeligheid dan standaard wensen dan kun je hem op hoog zetten.
LED:
Staat standaard aan. Laat bij geconstateerde detectie een lampje op de sensor branden als extra teken van detectie.
Swinger limiet activatie:
Staat standaard op 3. Elke bewegingsdetector straalt wel tientallen kleine detectie lijnen uit. Bij het onderbreken van 3 detectie lijnen zal de detector een alarm genereren. Wil je een minder gevoelige detectie dan kun je dit getal verhogen. Dit kan handig zijn bij grote huisdieren die anders een vals alarm kunnen veroorzaken.
Supervisie frequentie:
Alle apparaten worden door de Hub gecontroleerd op juiste werking, en zenden ook hun status terug aan de Hub. Dit heet twee richting communicatie, en wordt elke 1 tot 30 minuten gecontroleerd bij elke detector. Hoe vaak je wilt dat deze detector gecontroleerd wordt stel je hier in. Standaard staat deze op elke 5 minuten ingesteld.
Naast bovenstaande settings kun je per detector ook nog een signaalsterkte test en een detectiezone test laten uitvoeren. Om een detector makkelijk te kunnen onderscheiden van de rest kun je per detector in de settings de “vind mij” optie activeren die ervoor zorgt dat het lampje van betreffende detector 3 minuten lang knippert zodat je hem makkelijk kunt vinden tussen al je apparaten in huis.
Tot slot is er nog de optie om de detector te overbruggen. Indien ingeschakeld doet de detector onder alle omstandigheden niet meer mee. Dit kan handig zijn bij een geconstateerd defect. Dan kan de rest van het systeem betrouwbaar zijn werk blijven doen en wordt je niet gestoord door eventuele valse meldingen van deze detector.
Tot zover de settings van de normale PIR besproken.